Bel mij terug
26 juni 2024
Werkgever VerzuimWGABeoordelen
 

De nieuwe maatregel Praktisch beoordelen WIA

Per 1 juli gaat de maatregel praktisch beoordelen in. Het gaat om een nieuwe manier van werken bij het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid bij een WIA-beoordeling door het UWV. Per 1 juli wordt dit gebaseerd op wat werknemers feitelijk verdienen. De maatregel is bedoeld om de achterstanden in de beoordeling sneller weg te werken. Het betreft een tijdelijke maatregel voor 3 jaar. De verwachting is dat dankzij de maatregel jaarlijks tot 4.000 meer WIA-beoordelingen zullen worden uitgevoerd.

Praktisch beoordelen vs theoretisch beoordelen WIA

Vooralsnog werd bij werknemers met inkomsten uit arbeid zowel een praktische als een theoretische beoordeling gedaan. Met de maatregel Praktisch beoordelen wordt de theoretische schatting geschrapt als er sprake is van inkomsten uit arbeid.

Toetsing van het re-integratieverslag

Zowel bij het theoretisch beoordelen als bij het praktisch beoordelen wordt eerst het re-integratieverslag getoetst. Heeft de werkgever genoeg gedaan? Dan wordt de WIA aanvraag in behandeling genomen. Heeft de werkgever niet genoeg gedaan? Dan krijgt de werkgever nog maximaal 52 weken om de vereiste re-integratie inspanning te leveren, waarna de WIA aanvraag alsnog in behandeling wordt genomen.

Theoretisch beoordelen

Tot 1 juli 2024 volgen alle WIA-beoordeling de volgende stappen bij de zogenaamde theoretische beoordeling (die feitelijk een schatting is):

  1. De verzekeringsarts brengt de beperkingen in kaart en voert een gesprek met de werknemer over de medische situatie.
  2. De arbeidsdeskundige bepaalt met behulp van een database welke functies de werknemer in theorie kan uitvoeren. Op basis daarvan wordt geschat wat de werknemer kan verdienen. Het verschil tussen wat de werknemer verdiende en wat deze in theorie nu nog kan verdienen wordt omgerekend tot het arbeidsongeschiktheidspercentage.
  3. Daarnaast wordt gekeken of de werknemer op dit moment inkomsten uit arbeid heeft en of dit werk passend is en blijvend kan worden uitgevoerd. Als de werknemer passend werk doet, wordt vastgesteld wat deze nu verdient. Ook dit wordt vergeleken met wat de werknemer eerst verdiende en dezelfde berekening wordt aangehouden om de arbeidsongeschiktheid vast te stellen.
  4. Op basis van het laagste arbeidsongeschiktheidspercentage dat uit de berekeningen komt, wordt de WIA-uitkering toegekend (mits het percentage hoger is dan 35%).

-> Zie ook ons blog over het arbeidsongeschiktheidspercentage.

Wat wijzigt er bij het Praktisch beoordelen?

Bij het praktisch beoordelen wordt de theoretische beoordelingen weggelaten. Praktisch beoordelen kan alleen als er sprake is van inkomsten uit arbeid. De verzekeringsarts beoordeelt of er sprake is van arbeidsongeschiktheid voor de laatst uitgevoerde arbeid en of de arbeid de belastbaarheid niet overschrijdt. Als het werk passend en blijvend is wordt het huidige loon van de werknemer vergeleken met wat de werknemer eerst verdiende. Het verschil bepaalt de mate van arbeidsongeschiktheid. De bestaande eisen voor een praktische beoordeling op grond van het Schattingsbesluit, blijven gehandhaafd. Dit betekent dat de arbeid die de werknemer verricht aan de volgende voorwaarden moet voldoen om in aanmerking te komen voor een praktische beoordeling: 

  1. Het werk moet passend zijn;
  2. De verdiensten moeten representatief zijn voor de werkzaamheden die worden verricht;
  3. Het werk moet duurzaam verricht kunnen worden.

Loonwaarde bepaling

De arbeidsdeskundige kijkt bij het Praktisch beoordelen dus ook of de huidige inkomsten representatief zijn voor de verrichtte arbeid. In bepaalde gevallen zal hierbij een loonwaarde onderzoek nodig zijn. Hierbij worden de feitelijk verrichte taken vergeleken met een normfunctie; de functie die de meeste overeenkomsten heeft met de feitelijk verrichte taken. De normfunctie kan een andere functie zijn dan het eigen werk. De gangbare arbeidsprestatie (tempo en kwaliteit) wordt vergeleken met de arbeidsprestatie van de werknemer en uitgedrukt in een percentage. Om de loonwaarde vast te stellen wordt het normloon (het loon dat past bij de normfunctie) vermenigvuldigd met de arbeidsprestatie en de eventuele deeltijdfactor.

Bijvoorbeeld:
Een werknemer met een loon van € 2500,- werkt 40 uur. Door een aandoening kan de werknemer diens eigen werk nog wel doen, maar niet meer op volle kracht. De bedrijfsarts adviseert maximaal 32 uur per week te werken. Arbeidsdeskundig onderzoek laat zien dat 32 uur werken inderdaad passend is en uit het loonwaarde-onderzoek blijkt een arbeidsprestatie van 65%.

De berekening gaat dan als volgt: € 2500,- normloon x 80% deeltijdfactor x 65% arbeidsprestatie = € 1300,-. Voor de praktische WIA-beoordeling betekent dit: (€ 2500 - € 1300) / € 2500 = 48%.

Achterstanden UWV

De Praktische beoordeling is bedoeld om de komende drie jaar achterstanden verder weg te werken. De praktijk zal uitwijzen of de lange wachttijden bij de WIA-beoordeling inderdaad zullen verkorten. De maatregel geldt voor alle WIA-beoordelingen (dus ook bij een herbeoordeling, de beoordeling van herleving van een beëindigd WIA-recht en de beoordeling van het later ontstaan van een WIA-recht) maar niet voor overige arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen (zoals de Eerstejaars Ziektewetbeoordeling, de WAO, WAZ en Wajong).

Olaff Smit

Opgeleid als arbeidsdeskundige en adviseur duurzame inzetbaarheid ondersteunt Olaff werkgevers bij het besparen op verzuimkosten en het vergroten van de inzetbaarheid van medewerkers. Wil je hier meer over weten? Neem contact met hem op.

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
© 2024 Enroute B.V.
Website door VNK media en Daan Schaart